• Inloggen
  • nl-NLen-USde-DE

Cultuurplantencode

De regels voor de naamgeving van cultivars zijn anders dan de regels van de Botanische Code voor in het wild voorkomende planten. De namen en de beschrijving van de planten hoeven (en mogen) bijvoorbeeld niet in het Latijn geschreven. De precieze regels voor de naamgeving staan in de Internationale Code van Naamgeving voor Cultuurplanten, meestal afgekort tot de Cultuurplantencode, of de ICNCP. Deze code wordt wereldwijd gebruikt. De Europese Unie heeft in 2000 richtlijnen met regels voor naamgeving van cultivars opgesteld. In Europa is men wettelijk verplicht om zich aan deze regels te houden. De richtlijnen wijken op enkele punten af van de Cultuurplantencode.

  • Voor de naamgeving van cultivars geldt dat de naam gepubliceerd moet zijn. Dit gebeurt vaak in het tijdschrift van een registratieautoriteit. Een registratieautoriteit houdt bij welke namen er aan welke cultivars gegeven worden. De cultivar moet in dat artikel duidelijk beschreven worden. Die beschrijving mag gewoon worden geschreven in een moderne taal (Engels, Nederlands enz.). De cultivarnaam is derhalve een publieke naam en moet bij verhandeling van het ras worden gebruikt. Verder zijn er de onderstaande regels, waar iedereen zich aan moet houden bij de naamgeving van cultivars.
  • De cultivarnaam wordt tussen enkelvoudige hoge aanhalingstekens geplaatst, dus Kalanchoe blossfeldiana 'Timor' en niet Kalanchoe blossfeldiana Timor. Op die manier kun je altijd herkennen of je met een cultivarnaam of met een andere aanduiding te maken hebt.
  • Voor een cultivarnaam moet op zijn minst een geslachtnaam of een volksnaam worden geschreven. Voorbeeld: Hydrangea macrophylla (Teller-type Groep) 'Vuurwerk Roze', Hydrangea (Teller-type Groep) 'Vuurwerk Roze', Hydrangea 'Vuurwerk Roze' en hortensia 'Vuurwerk Roze' zijn allemaal goede namen.
  • De naam van een cultivar is een naam in een moderne taal, die uit hooguit drie woorden bestaat en niet te lang mag zijn (max. 30 karakters). Namen van voor 1 januari 1959 mogen een Latijnse vorm hebben. Verboden is het daarom om Passiflorum 'Lilium', Phlox 'Sir Lionel Ridder van de Ronde Tafel' of Pilea 'Hottentottententententoonstellingsterrein' te gebruiken.
  • Ieder woord begint met een hoofdletter. Kleine woordjes zoals "of", "van" en "de" mogen wel met een kleine letter geschreven worden.
  • Vanaf 1 januari 1959 is een nieuwe cultivarnaam verkeerd wanneer de naam hetzelfde is als een botanische naam of een volksnaam van een geslacht of een soort. Vanaf 1996 is een naam zelfs verboden indien een deel van de cultivarnaam een Latijnse benaming is. Als er geen verwarring kan ontstaan is het gebruik van een volksnaam van een ander gewas wel toegestaan. Als bijvoorbeeld sprake is van een andere groep landbouw-, groente- of sierteeltgewassen. Voorbeeld: Rosa 'Camellia' mag niet, omdat Camellia óók een geslachtsnaam van een sierplant is. Maar Tulipa 'Apricot Beauty' (apricot = abrikoos) mag wel, omdat een tulp en een abrikoos ieder voor heel ander doeleinde worden geteeld. De naam van een cultivar  is verkeerd wanneer deze een combinatie is van soortaanduidingen van de oudersoorten waaruit de cultivar is ontstaan. Voorbeeld: een kruising tussen Ficus benjamina en Ficus elastica mag niet 'Benjastica' worden genoemd.
  • De naam is verkeerd als die de woorden variëteit, variety, var., form, cross, kruising, hybrid, hybride, grex, group, groep, maintenance, mutant, seedling, zaailing, selection, selectie, sport, strain, lijn, improved, verbeterd, transformed of veranderd bevat. Voorbeeld: Tulipa 'Apricot Variety' mag niet.
  • De naam van een cultivar mag sinds 1996 niet meer vertaald worden in een andere taal. Indien dit wel gebeurt mag deze naam gezien worden als een handelsaanduiding.
  • Cultivars die ontstaan zijn uit meerdere soorten en die éénzelfde voorouder hebben kunnen als een CULTIVARGROEP worden gezien en dus ook zo worden benoemd. De naam van een cultivargroep wordt direct achter de geslachtsnaam geschreven. De naam bestaat uit een woord (in een moderne taal of in het Latijn) dat begint met een hoofdletter + het woord "Groep" met een hoofdletter. Deze woorden samen worden tussen ronde haakjes ( ) geplaatst. Voorbeeld: Begonia (Elatior Groep), Chrysanthemum (Indicum Groep). Een cultivar uit een bepaalde cultivargroep wordt aangeduid met de geslachtsnaam + de naam van de cultivargroep tussen haakjes ( ) + de cultivarnaam. Voorbeeld: Begonia (Elatior Groep) 'Rosalie' en Iris (Hollandica Groep) 'Blue Diamond'.
  • Binnen een gewas mag een cultivarnaam niet worden hergebruikt. Ook moet een cultivarnaam minstens 2 letters of tekens verschillen van alle andere cultivarnamen binnen het betreffende gewas. De cultivar Guzmania 'Copito' bestaat reeds. Je mag nu niet de cultivarnaam G. 'Capito' gebruiken, omdat deze slechts 1 teken/letter van G. 'Copito' verschilt. De cultivarnaam G. 'Capitas' zou echter wel toegestaan zijn.
  • De cultivarnaam mag niet uitsluitend beschrijvend zijn. Zo mag je een cultivar niet Rosa 'Diep Rood' noemen. Dit is verwarrend omdat er veel meer rozen ook diep rood zijn.
  • Het is verboden om de leestekens in de rasnaam te gebruiken, behalve de (‘), de komma (,), het uitroepteken (!), het koppelteken (-), de schuine strepen (\) (/) en de punt (.). De cultivarnaam Zantedeschia 'Ren Je Rot?' mag niet, terwijl Zantedeschia 'Ren Je Rot!' wel is toegestaan.
  • De cultivarnaam mag niet hergebruikt worden binnen hetzelfde botanische geslacht of ICNCP-benamingsklasse.
  • Officiële lijsten van rasnamen worden bijgehouden door een "International Cultivar Registration Authority" (ICRA)
  • De naam mag niet misleidend zijn doordat deze naam naar een kenmerk verwijst dat de cultivar niet bezit. Een Sinningia met paarse bloemen mag niet S. 'Red Stike' heten.
  • Een naam is verboden indien deze een verwantschap suggereert die niet juist is. Tulipa 'Parade' is een bekende cultivar van de tulp. Een nieuw tulpenras mag alleen "Parade" als deel van de naam dragen indien deze een verwantschap (b.v. mutatie) met T. 'Parade' heeft.
  • Een rasnaam mag ook een code zijn. Het aantal karakters is beperkt tot 10. Het mogen letters zijn of combinaties van letters en cijfers. Rascodes die bestaan uit uitsluitend cijfers zijn in de sierteelt niet gebruikelijk. Bij een combinatie moet er afwisseling zijn tussen de letters en cijfers. 'Ab/33-cd' mag, maar 'Ab/33-44' mag niet.