• Inloggen

Veel gestelde vragen

  • Onderzoek Wageningen UR mbt uniforme productcodering in de sierteelt
    Download rapport: Barriers and opportunities for the Global Trade Item Number (GTIN)
     
  • Waarom is het een goed idee om gebruik te maken van uniek identificerende codes? 
    Om te weten wat bijvoorbeeld de omloopsnelheid van uw product of merk is, heeft u een barcode nodig. Door middel van de barcode kan marktinformatie teruggekoppeld worden en krijgt u inzicht over de omloopsnelheid. Zo weet u als kweker ook waar uw product terecht komt. Zonder barcode is dat niet mogelijk. Een uniek identificerende code in die barcode is direct terug te herleiden naar de leverancier en kan bij herbestelling gebruikt worden. Zo’n uniek identificerende code heet GTIN, de afkorting voor Global Trade Item Number.
     
  • Hoe is het nummer in de barcode opgebouwd? Waar kan ik zo’n nummer aanvragen?
    Als bedrijf kies je (afhankelijk van de omvang van je assortiment) voor een zeven-cijferig nummer of een negen-cijferig nummer als bedrijfsnummer. Als u kiest voor een negen-cijferig bedrijfsnummer, dan zijn er 1000 nummers (3 posities) over voor het coderen van uw producten. Als u kiest voor een zeven-cijferig bedrijfsnummer, dan zijn er 100.000 nummers (5 posities) om uw producten te coderen. Er is geen centraal punt waar de gebruikte GTIN-codes worden vastgelegd, zoals bij VBN. Iedere bron beheert zijn eigen codes.
     
  • Wie codeert wanneer?
    Indien er door de retailer gebruik wordt gemaakt van een private label, dan is de bron die codeert de retailer. Als een kweker een uniek product of merk heeft, dan codeert de kweker. De exporteur codeert een product als de exporteur een eigen handelsmerk heeft.

    Exporteurs merken dat producten van kwekers steeds minder makkelijk inwisselbaar zijn, doordat het onderscheid in producten en kwaliteit groter wordt. Gevolg zal zijn dat steeds meer producten bij de kweker gecodeerd zullen worden.
     
  • Als de bron codeert, is het mogelijk dat producten dubbel gecodeerd worden?
    Het is mogelijk dat de kweker zijn product codeert, maar dat de exporteur hetzelfde product ook codeert. De exporteur/tussenhandelaar kan zijn assortiment van meerdere kwekers betrekken en deze aanbieden met een eigen verpakking en eigen uitstraling. Dan zijn er dus voor hetzelfde product meerdere codes.
     
  • Is er een mogelijke rol voor de veredelaar weggelegd in het coderen van producten?
    Nee, deze is er niet. Iedere kweker maakt een ander product van een soort of ras, geen product is hetzelfde. Daarnaast is het ook niet mogelijk, omdat ieder bedrijf een andere bedrijfscode heeft. Aansluiting vinden bij de GPC-classificatie door de veredelaar is wel mogelijk.
     
  • Is aansluiting mogelijk bij FloriBar (voorheen CLG - Codering Levend Groen)? 
    Indien de producten van een kweker alleen in Nederland blijven, is dat mogelijk. De keuze voor FloriBar blijkt echter niet meer aan te sluiten bij de huidige ontwikkelingen. Een FloriBar-code identificeert een product in een bepaalde potmaat en met een bepaalde hoogte. Telers of leveranciers van een bepaald product gebruiken allemaal dezelfde FloriBar-code die centraal is toegekend aan het product. Voor tracking en tracing-doeleinden voldoet deze code niet. En aan de gegevens uit kassascanning kunt u geen conclusies verbinden, want de code valt niet te herleiden tot één leverancier. Daarnaast gaan retailers in het buitenland er vanuit dat zij een unieke code ontvangen van een leverancier. Een andere leverancier kan onmogelijk een product met precies dezelfde code (een FloriBar-code) uitleveren.

  • Wat moet ik doen als een ander bedrijf voor zijn planten mijn artikelcode gebruikt?
    GS1 Nederland stelt een bedrijfsnummer beschikbaar onder bepaalde voorwaarden. Het gebruik van dit nummer is beperkt tot de partij die het contract is aangegaan met GS1. Als u constateert dat de reeks die aan u is toegekend gebruikt wordt door een andere partij, neem dan contact op met GS1 Nederland. Wij zullen ondersteunen in de stappen die genomen moeten worden. Exporteur X heeft bijvoorbeeld een reeks van 100.000 codes aangekocht. Een code uit deze nummerreeks kan nooit door exporteur Y worden hergebruikt. In de praktijk zien we dit nu wel gebeuren.
     
  • Hoe krijg je inzicht in informatie over je producten als je de producten eenmaal hebt gecodeerd met GTIN-code?
    Het is geen vanzelfsprekendheid dat kwekers die gebruik maken van GTIN-codes, de informatie automatisch krijgen teruggekoppeld. Hier dient de kweker met klanten aanvullende afspraken over te maken. Het grote voordeel van het gebruik van GTIN-codes is dat er niet meer omgecodeerd hoeft te worden. De retail gebruikt op dit moment vaak haar eigen codes, omdat het aan het begin van de keten niet geregeld is. Exporteurs zien dat bij hun klanten vaak de barcode van de kweker gebruikt wordt, mits de barcode ook tijdig wordt aangegeven door de kweker (vanaf het offertestadium). Zo weten de klanten dat de producten van kwekers zijn gecodeerd en dat zij ook gebruik kunnen maken van deze codes.
     
  • Kan de GTIN-barcode meegegeven worden in het aanbod van de kweker?
    Ja, dat kan. Als de GTIN-code is ingevuld, dan kan deze code ook gebruikt worden in het elektronische berichtenverkeer. Aandachtspunt blijft echter dat kwekers de barcode in het juiste veld invullen.
     
  • Uw assortiment bepalen: welke producten geeft u een unieke barcode?
    Interne productielocaties kunnen afwijkende nummers hebben. Dit heeft geen invloed op de barcode; u wijzigt uw GTIN niet bij een andere productielocatie. Daarnaast hebben veel telers te maken met afwijkende producten. Denk bijvoorbeeld aan acties met klanten, seizoensverpakkingen en snijproducten. Hier moeten nog aanvullende spelregels voor gemaakt worden, in overleg met de retailers. Er kunnen ook voor producten met verschillende kleuren aparte codes worden aangemaakt. Op deze manier kan er nagegaan worden of een kleur beter verkoopt dan een andere kleur. Ook de derving van producten en verschillende kleuren kan beter gecontroleerd worden.

    Verschillende rijpheden hoeven niet apart gecodeerd worden. Rijpheid is namelijk onderdeel van de kwaliteit van een product. Daarom kan de gewenste rijpheid het beste worden beschreven in de specificaties en niet door middel van een aparte code.
    Ook een mix (in fust of doos uitgeleverd) kan met een GTIN gecodeerd worden. Zo kunt u een standaardmix samenstellen. De losse onderdelen in de mix hebben dan weer hun eigen GTIN, zodat ook duidelijk is wat de individuele producten in de mix opleveren. Op basis van dit inzicht kan er beter gestuurd worden welke onderdelen of kleuren het beste verkopen en kan (indien nodig) de mix aangepast worden.
    Er kan ook per kar, laag, fusteenheid of plant met een GTIN gecodeerd worden.
       
  • Kan ik de GTIN ook gebruiken voor het klokproces?
  • Dat kan, u kunt de GTIN die u heeft vastgelegd voor uw product ook in dit proces al meegeven. Voor afnemers is in het aankooptraject mede van belang dat een product zo min mogelijk extra handeling in de rest van het traject oplevert. Op het moment dat u producten uitlevert waar alle gegevens, inclusief de GTIN, van beschikbaar zijn en u daarnaast aangeeft dat u het product gebarcodeerd kunt uitleveren, kan dit ook in het klokproces een rol spelen. Overigens is het tijdig beschikbaar maken van de gegevens ook hier van belang.